Longoverdruk

Dit is het resultaat van het rekken en scheuren van de longen door expanderende gassen. Een drukverschil van 0,13 bar is al voldoende.  Nornaal wordt de druk vereffend door uit te ademen.  Een duiker met een longvolume van 6 liter ademt op een diepte van 10 meter 6 liter in.  Tijdens het opkomen moet hij 6 liter uitademen.  Hij heeft dan aan de oppervlakte 6 liter lucht in de longen over.  Het burst-lung-syndroom is, naast de decompressieziekte, de gevaarlijkste en meest levensbedreigende aandoening welke een duiker kan krijgen.

Oorzaak

Niet of onvoldoende uitademen tijdens het opkomen ten gevolge van:
angst en paniek tijdens het duiken, waardoor onvoldoende of niet wordt uitgeademd tijdens het opkomen;
storingen in de duikapparatuur, met name de ademautomaat;
slechte instructie/duikeropleiding;
een noodopstijging;
ziekten van de luchtwegen of longen, zoals astma, tumoren of ontstekingen,

waardoor de luchtwegen geheel of gedeeltelijk geblokkeerd raken met als gevolg dat onvoldoende lucht kan ontsnappen.

Indien tijdens het opkomen niet of niet in voldoende mate wordt uitgeademd, zetten de longen uit.

De longen van een duiker zijn te vergelijken met een elastische ballon. Wanneer ze overrekt zijn en de elasticiteitsgrens wordt overschreden, scheuren ze.
Bij een drukverschil van 80 mm Hg kan zo’n scheur al optreden. Daarom kan een burst-lung al ontstaan bij het opkomen van 1,3 meter (98 mm Hg) naar de oppervlakte indien niet wordt uitgeademd, vooral als voor het opkomen een volle ademteug wordt genomen.

De verschijningsvormen van het burst lung syndroom zijn o.a:

longweefsel beschadiging
mediastinaal emfyseem em halsemfyseem
pneumothorax (klaplong)
luchtembolie